Ik heb jou vaak
ongeduldig verwacht
toen ik koortsachtig
in dat wit bedje lag.
Je was zo groot
ouder dan ik.
We deelden dezelfde spelen
en gelijke dromen.
Maar het eenzaam kind
bleef steeds ik..
Elke wondere glimlach
stralend als de zon
en het aanhoren
van je zachte stem
verzachte mijn pijn.
Jij , eenzaam kind
die broos en klein was.